Nog twee weekjes en dan gaat Ria Post met pensioen. Ze heeft dan 32 jaar lang als verzorgende in de Thuiszorg gewerkt. “Je zult wel aan het aftellen zijn?”, vraag ik haar. Daarin is ze heel stellig: “Helemaal niet, ik vind het verschrikkelijk!” roept ze uit.
“Ik ben ooit begonnen bij de Gista, de voorloper van Amstelring, aan de Smeenklaan in Amstelveen. Daar stond een seniorenflat met een aantal bungalows erbij. Op de huurprijs zat een toeslag van 7 gulden per maand en daarvoor kon je mij en mijn collega oproepen. We werkten daar met z’n tweeën. Gingen standaard op kennismakingsbezoek als er een nieuwe bewoner bij kwam en namen in de loop van de jaren steeds meer zorg van zo een bewoner op ons. ‘s Morgens hielden we een telefonisch spreekkwartiertje waar mensen hun vragen konden stellen. Dan verdeelden we vervolgens samen de taken en gingen aan het werk. We deden alles met z’n tweeën. Op die manier bouw je een enorme band op, zowel met je collega als met de bewoners.
Werken in de thuiszorg is zeker geen gemakkelijke baan. Het is emotioneel zwaar. Daarom zijn collega’s heel belangrijk, met hen kan je samen lachen en huilen. Doordat wij geen weekenddiensten draaiden, gebeurde het dat je iemand ‘s middags nog de maaltijd bracht, dat deden we namelijk ook, en dat je maandag de eerste was die weer aan de deur kwam. Ik heb het wel meegemaakt dat iemand op vrijdagmiddag kwam te overlijden. Toen ik haar maandag het vaste bezoekje bracht, lag ze dood in huis, de zuurkool van vrijdag stond nog op tafel. Dat zijn geen leuke dingen. Of een dame die altijd had gezegd dat ze niet in een koelcel terecht wilde komen als ze zou overlijden. Toen zij op een dag opgenomen werd, hebben de toenmalige huismeester van de Smeenklaan en ik moeten beloven dat ze thuis opgebaard zou worden als het zo ver was. Deze mevrouw had helemaal geen familie en op een goed moment werden we gebeld dat ze inderdaad overleden was. We hebben haar thuis opgebaard zonder koeling, we hebben geprobeerd het zo sfeervol mogelijk te maken. Een aantal dagen heeft ze er gelegen en steeds moesten we checken of het niet zou gaan ruiken. In die dagen is er niemand bij haar langs geweest, ze had helemaal niemand meer.
Maar dat zijn ook de dingen waarvoor je het doet. Je kan een laatste wens in vervulling laten gaan, en dankzij mij heeft de andere dame geen weken dood in haar huis gelegen. Om andere dingen kan je weer lachen. Ik had een cliënte die aan het dementeren was. Ze was altijd boos, maar met mij kon ze redelijk goed opschieten. Op een middag kwam ik haar maaltijd brengen. Ze liet me niet naar binnen. Ik had, volgens haar, haar gele bloempot gestolen. Ik kon de bloempot zien staan, waarschijnlijk verplaatst door de huishoudelijke hulp, maar ze geloofde me niet. Ik heb overal gezocht naar een andere gele bloempot om mezelf naar binnen te krijgen. Maar geel was op dat moment absoluut niet de mode, en dus heb ik haar tijdelijk aan een collega over moeten dragen. Na een paar dagen vroeg de cliënte, waarom ik toch nooit meer kwam. Toen wist ik dat ik er weer heen kon.
Er is wel veel veranderd. Toentertijd wisten cliënten ons gewoon in het telefoonboek te vinden en werden we rustig ‘s avonds in onze vrije tijd gebeld. Ik heb dit werk altijd met mijn hart gedaan, dus dan ga je er heen. Soms draaide ik wel 72 uur in een week. Ik heb nee moeten leren zeggen, maar dat is heel erg moeilijk als je weet dat er ergens mensen op je hulp zitten te wachten. Een grote verandering was de komst van de
Q-tech. Ik ben a-technisch en heb een hekel aan computers. Toch had het ook wel voordelen. Men kon precies zien hoelang je aan het werk was en wat je reistijd was. Ook had je alle gegevens met één druk op de knop bij de hand. Daar werken we inmiddels al niet meer mee, soms mis ik het, maar werken zonder dat ding geeft ook wel een hoop rust.
Het werken in de thuiszorg is ontzettend afwisselend. Je maakt altijd wat mee. Zo ben ik vanmorgen bij een mevrouw geweest om te helpen douchen en aankleden. Ze gaf direct aan, de hulp eigenlijk niet nodig te hebben en wilde ook zo snel mogelijk de thuiszorg stopzetten. Ik heb haar zoveel mogelijk zelf laten doen en ondertussen gewoon met haar gepraat. Als snel werd bij mij duidelijk dat in dit geval het praatje veel belangrijker voor haar is dan het douchen, en dus blijven we gewoon nog even bij haar komen.
Heel soms bouw je iets speciaals op met een cliënt. Zo is er één mevrouw met wie ik altijd contact zal blijven houden, zij heeft een speciaal plekje in mijn hart en mag me altijd bellen als er wat is. De dankbaarheid die je terugkrijgt, maakt dit werk zo mooi. Mijn collega ging vorige week op de ochtend van mijn afscheidsborrel naar een klant om hem te helpen. Tot haar verbazing was hij niet thuis. Bleek hij speciaal voor mijn feestje naar de kapper te zijn. Dat is toch geweldig?
Terwijl Ria vertelt en herinneringen ophaalt zie je haar genieten en in sommige gevallen staan de tranen haast in haar ogen. Ze heeft dit werk al die jaren met heel haar hart gedaan. Geen wonder dat het moeilijk afscheid nemen is. Daarom gaat ze nu over op een 0-uren contract zodat ze op oproepbasis nog af en toe lekker in háár wijkje kan werken. “En het is echt niet zo dat ik niets te doen heb hoor! Maar het past gewoon in mijn leven”, voegt ze er gauw nog even aan toe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten